Contact

Sommige mensen zijn bang voor paarden. Dat is niet zo gek. Als ik bij clienten, die zo moedig zijn om dat te komen onderzoeken doorvraag, zijn er meer dan eens ervaringen die zij als kind hebben opgedaan. Een greep uit de verhalen: er af gevallen bij een les in de manege, gebeten zijn, een uitbraak van een paard waarbij er dingen stuk gingen, langs rennende paarden op het strand, een paard heeft op de tenen gestaan, een trap gehad van een pony in Slagharen, getuige zijn geweest van een dodelijk ongeval bij een trap van een paard.
Elke ervaring is ongetwijfeld traumatisch, zeker als je nog klein bent en bent afgegaan op de aantrekkingskracht van een paard. Een paard is altijd groter dan jij zelf, en als je zoiets hebt meemaakt kijk je de volgende keer wel beter uit. De gedachte dat paarden gevaarlijk zijn zit dan stevig op zijn plek, gevoed door goed bedoelde opmerkingen in nabijheid van paarden: pas op, kijk uit. Ga er niet achter staan…
En dan heb je ook al gauw paarden met harnachement op je netvlies; met leren riemen, ijzeren bit, en de historisch militair afgeleide outfit van de doorsnee ruiter met een zweep in de hand. Zoals het hoort. Op een onbewust niveau blijven we kijken we naar paarden als dieren die getemd en beheerst moeten worden. Wanneer je méér weet over een paard, over zijn aard, kun je dat anders beoordelen. Maar wanneer je geen reden hebt om dat te onderzoeken, blijf je waarschijnlijk wat op afstand. Als een wereld die niet bij je jouwe hoort.

Een groot contrast met een sessie die ik mocht begeleiden met een vrouw met een zachte uitstraling en dito stem. Zij had niet zoveel met paarden, vertelde ze. Ze wilde wel onderzoeken waarom dat zo was, want ‘iets’ in het coachen met paarden trok haar wel aan. Daarom was ze gekomen. Er was geen traumatische gebeurtenis met een paard geweest, voor zover ze zich dat kon herinneren. Wel zei ze dat ze het paard zo gróót vond. Het riep ontzag op; best iets om afstand van te houden.

Ik nodigde haar uit om contact te maken. Ze liep naar het paard toe tot op armlengte en keek ze vooral afwachtend. Er gebeurde ogenschijnlijk niets. Ik liet haar in die momenten overwegen en ontdekken. Ze strekt even later haar arm uit om de hals met een paar vingertoppen aan te raken. Héél licht. Het paard bleef rustig staan. En dan deed ze weer een paar stapjes achteruit.

“Ze is zoveel groter dan ikzelf. Ik weet eigenlijk niet wat ik ermee moet.”
“Hoe maak je contact met iets dat groter is dan jijzelf?” vroeg ik.
“Niet”, was haar eerste reactie. “Ik blijf wel op afstand kijken.”
 In de stilte echode haar woorden na. Plotseling veerde ze op en deelde: “Ik ben met de bijbel opgevoed. God was groot en onbereikbaar. Onaanraakbaar. Mijn ouders waren ook ver en onaanraakbaar. Ik heb ergens opgeslagen dat je niet dichtbij kunt komen, bij iets dat wat groter is dan ik zelf. Ik realiseer me dat ik zelf op afstand blijf. Ook bij mensen.” En bij dat inzicht liepen er een paar stille tranen over haar wangen.
“Eigenlijk verlang ik erg naar dat contact”, bekende ze.
Nadat ik haar uitnodigde om dat nu eens op háár manier te doen, bleef ze minutenlang dichtbij het paard staan en begroef ze haar gezicht in haar manen.
In die stilte blies een windvlaag hun haren door elkaar…

Een paard is groter dan jijzelf.
Welke overtuiging leeft er bij jou?
Hoe ga jij het contact aan?