Veiligheid is
niet
de afwezigheid van gevaar,
maar de aanwezigheid
van verbinding.
De noodzaak van veiligheid en hechting
Alle zoogdieren, waar wij ook bij horen, hebben een noodzaak tot het ervaren van veiligheid.
Weet je je verbonden? Voel je de verbinding ook? Hoe neem je dat waar?
De polyvagaal theorie of ‘de wetenschap van de veiligheid’
De polyvagaal theorie werd beschreven door Dr. Stephen Porges die 30 jaar onderzoek heeft gedaan naar de functie van de nervus vagus, of de zwervende zenuw, die zo heet omdat hij van de hersenen vele vertakkingen heeft tot diep in het lichaam. Porges noemde zijn werk zelf ook ‘de wetenschap van de veiligheid’. De uitkomst van zijn complexe werk is de noodzaak van ervaren veiligheid in sociaal verband terug brengen.
Onze Westerse maatschappij is doorspekt met signalen voor gevaar. Er is een onnoemelijke hoeveelheid ‘beschermende maatregelen’ van buitenaf als: sloten op de deur, hekken om de tuin, strepen op de grond, fluoriserende borden, stopsignalen, wachtwoorden, detectie poortjes, camera’s op de weg, stickers met inhoud op etenswaren, preventieve medicatie, om er maar een paar te noemen…. Zijn deze signalen van onveiligheid niet al een prikkel voor het zenuwstelsel?
Afhankelijk het sociaal vermogen ontwikkelen
Bij de geboorte is ons lichaam nog niet ‘af’. Ledematen, gebit, brein en zenuwstelsel groeien nog lang door tot het een volwassen staat bereikt heeft.
Wel zijn we bij de geboorte direct uitgerust met het vermogen om contact te maken en om te reageren op pijn of gevaar.
In afhankelijkheid hecht een kind zich in de eerste jaren aan zijn de meest dichtbije verzorgers en ontwikkelt het de elementen voor het sociaal vermogen. In de hersenen ontstaan patronen die geassocieerd worden met veilige situaties: bekende omgevingen, bekende gezichten, vriendelijke mensen etc. Later in de kindertijd leert het steeds uitgebreidere manieren om af te stemmen op de ander. Eenmaal geleerd wordt het onbewust. En dat geldt natuurlijk ook voor onveilige situaties. Het is een vorm van programmeren van patronen in de hersenen.
De neuro-biologische wijsheid van het lichaam
Het autonome zenuwstelsel, inclusief de hersenen, is een zeer intelligent, complex systeem dat onbewust en automatisch de lichaamsfuncties voor zijn rekening neemt en daarnaast ook een regulerende functie heeft bij de sociale betrokkenheid. Het is een specifiek systeem dat kenmerkend is voor zoogdieren.
De nervus vagus heeft vertakkingen naar de organen; naar hart, nieren, milt, lever, dikke en dunne darm, maag, luchtpijp en longen. Een ander deel van de vertakking is verantwoordelijk voor het doorsturen van noodsignalen van de hersenen naar de organen. Het dient een automatisch, fysiologisch proces in twee fasen.
Buiten je bewustzijn om scannen de sensoren in je lichaam voortdurend de omgeving of de situatie veilig is en gegeven die signalen door aan de hersenen die weer seintjes geven aan de organen. Neuroceptie wordt dat genoemd. Onze boordcomputer ziet verbanden en besluit in milliseconden of we kunnen vertrouwen, of dat we in actie moeten komen op basis van eerdere informatie.
Vechten, vluchten of bevriezen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het para-sympatisch zenuwstelsel dat voor ontspanning zorgt, en een functie heeft bij sociaal-emotionele activiteiten. En het sympatisch zenuwstelsel, dat actief is in noodgevallen waar vecht- of vluchtreactie nodig is.
In onveilige situaties schakelt het systeem functies uit die primair niet nodig zijn; wanneer je moet vluchten zal je spijsvertering op non-actief zijn, zo ook je voorplantingsorganen. Wel gaat er energie naar de spieren en organen die je gebruikt om te rennen, of je te verdedigen.
Wanneer de overmacht te groot is, en vechten of vluchten niet meer lukt, gaat je lichaam in een soort ‘shut down’ waardoor je het niet meer goed meemaakt. Pijnprikkels zijn niet meer voelbaar en bij flauwvallen maak je het ook niet bewust mee. Dat is een autonome regulering van het lichaam. Niet iets waar jij voor kiest!
Als later in een veilige omgeving het verdedigingssysteem toch ‘aan blijft staan’ of getriggerd wordt kun je spreken van trauma. Trauma betekent verwonding. Psychologische verwonding. Een verwonding is te helen. Dat is dan weer positief.
Wanneer je vast zit met het trauma
Mensen met trauma (in feite iedereen…) lopen met gevoelens van schaamte, schuld en onmacht. Het is precies dat stukje waar de persoonlijkheid zich geen raad mee weet, maar wel met de gevolgen zit. Het is misschien goed te weten, na dit hele verhaal, dat je lichaam ver gaat om je (gevoel van) veiligheid te reguleren zonder dat dat altijd allemaal bewust verloopt.
Ik hoop dat ik goed heb kunnen overbrengen dat trauma ontstaat in een fase van onvermogen in een sociale context, buiten jouw bewustzijn om. Zodat je ervaring is dat je er alleen voor staat. Om dat op te lossen heb je ‘de ander’ nodig om je zenuwstelsel (eindelijk) te kunnen kalmeren en je weer werkelijk in contact kunt gaan; je gaat veiligheid bewust ervaren.
Schroom niet om hulp te vragen bij het herstellen van je veerkracht!
“De meeste patiënten voelen zich niet thuis in een ziekenhuis. Als je formuleren moet ondertekenen, als je alleen hulp krijgt als je verzekerd bent, als een nummer belangrijker wordt dan je naam, als je je kleding uit moet doen waardoor je je naakt voelt, als je lichaam wordt pijn gedaan, als je steeds wordt wakker gemaakt, als je geluiden hoort die je niet geruststellen. Als onzekerheden worden weggenomen kan je lichaam vrijwillig meewerken aan de medische behandelingen en raakt het niet gevangen in een angstige toestand van verdediging.
Wij moeten goed beseffen dat dat wij als mens behoefte hebben aan gevoelens van wederkerigheid en veiligheid. Je kunt niet goed genezen als je bang bent. We moeten eens ophouden met denken dat medische handelingen alleen maar chirurgisch of farmaceutisch kunnen zijn, en in plaats daarvan interventies ontwikkelen waarmee we de neurale netwerken kunnen activeren die mensen in staat stellen om aan hun gezondheid, groei en herstel te werken.”
~ Stephen Porges